Het Leeuwarder OndernemersFonds is geïnspireerd op het Ondernemersfonds in Leiden dat is opgericht in 2005. Aan de totstandkoming van het fonds is een intensieve bezinning en discussie voorafgegaan. Het resultaat van die discussie was draagvlak voor het verzoek aan de Gemeenteraad van Leeuwarden om de opslag op het OZB-tarief te verhogen. De gemeenteraad is in december 2008 akkoord gegaan met dat verzoek.
De totstandkoming van het LOF is gebaseerd op de volgende grondprincipes:
- Op verzoek van de ondernemers, heeft de gemeenteraad van Leeuwarden besloten om voor een opslag óp het tarief van de OZB voor de categorie niet-woningen te verhogen. Sinds 1 januari 2009 is jaarlijks 5.5% van de opbrengst van deze OZB-rubriek beschikbaar als voeding voor het fonds, ter financiering van de behartiging van de collectieve belangen.
- Het fonds is er voor en door de ondernemers. Zij besluiten zelf welke bestedingen er voor het geld worden gezocht en met wie zij allianties sluiten. De structuur van het fonds lokt samenwerking en transparantie uit en leidt daardoor tot een beter ondernemingsklimaat.
Het initiatief voor het fonds is afkomstig van een aantal binnenstadsondernemers. Via een klankbordgroep met brede vertegenwoordiging van alle ondernemersgeledingen is het draagvlak voor een ondernemersfonds getoetst. De directe aanleiding was de moeizamere financiering van het Fries Straatfestival. Naar oordeel van een aantal ondernemers was er sprake van free-riding. Dit was de inleiding tot het initiatief om te komen tot de oprichting van een Ondernemersfonds. Nadien is de Sinterklaasintocht vaak als een 2e voorbeeld gebruikt waarbij sprake was van free-riding.
De structuur van het fonds in hoofdlijnen
Ondernemersverenigingen
Het fonds is van en voor de ondernemers. Dat betekent onder meer dat het geld dat via de belastingkas door alle ondernemers wordt opgebracht, ook weer ten goede komt aan die ondernemers. Maar de ondernemers moeten, om bij hun geld te komen allianties aan gaan, bij voorkeur in de vorm van een vereniging. Als dat niet kan, dan op een andere manier, die transparantie en betrokkenheid van de belastingplichtigen mogelijk maakt; het betreft in ieder geval een aantoonbaar representatieve vertegenwoordiging van trekkingsrechten in een bepaald gebied ter beoordeling door het bestuur. Inmiddels is 95% van de gemeente georganiseerd in gebiedsgerichte (op basis van gemeentelijke postcode-indeling = wijk) ondernemersverenigingen. Door de democratische structuur van een vereniging is de inbreng van leden gewaarborgd. De verenigingen krijgen het geld dat is opgebracht in hun werkgebied niet contant in handen. Het geld blijft in een centrale kas. Maar de verenigingen hebben wel ‘trekkingsrechten’, naar rato van hun bijdrage aan de belastingkas. Zij kunnen plannen maken ter hoogte van hun trekkingsrecht en de aanvraag bij het bestuur indienen. Bij de ingediende aanvragen kunnen ook aanvragen van externe aanvragers zitten.
Externe aanvragers
Externe partijen kunnen een aanvraag doen uit het Gemeentebreed Budget en Gebiedsgebonden Budget. Voor alle aanvraagtrajecten geldt dat het project of de activiteit binnen de gemeente Leeuwarden moet plaatsvinden en moet voldoen aan de opgestelde criteria. Aanvragen uit het Gebiedsgebonden Budget kunnen het hele jaar door plaatsvinden, aanvragen voor het Gemeentebreed Budget twee keer per jaar. Aanvragen voor het Gebiedsgebonden Budget worden rechtstreeks beoordeeld door de ondernemersvereniging waar de aanvraag is ingediend en daarna ter laatste check voorgelegd aan het dagelijks bestuur. Aanvragen voor het Gemeentebreed Budget worden beoordeeld door de Raad van Advies waar alle ondernemersverenigingen in vertegenwoordigd zijn.
Bestuur
De stichting zelf heeft een bestuur, met statutair geregelde taken en samenstelling. Het bestuur communiceert met de verenigingen (dan wel de andere allianties die er zijn om gebruik te maken van het fonds). Het bestuur legt een dubbele verantwoording af.
- Ten eerste aan de ‘adviesraad’ van het fonds. In die adviesraad zitten vertegenwoordigers van de besturen van alle verenigingen die trekkingsrechten hebben in het fonds.
- Ten tweede aan de gemeente Leeuwarden. De gemeente Leeuwarden vervult immers de incassofunctie van het fonds via de OZB-opslag. De gemeente stelt geen inhoudelijke eisen aan het fonds – de ondernemers zijn volledig autonoom – maar wil uiteraard wel dat de boeken kloppen.